Spencer en Spencer: competentie als effectief waargenomen gedrag


Spencer en Spencer (1993) definiëren competentie als: “A competency is an underlying characteristic of an individual that is causally related to criterion-referenced effective and/or superior performance in a job or situation (p. 9).” Met ‘underlying characteristic’ wordt bedoeld, dat de competentie vrij diep geworteld zit in de persoonlijkheid van de medewerker en het gedrag tijdens meerdere situaties redelijk goed kan voorspellen. Met ‘causally related’ wordt bedoeld, dat de competentie de oorzaak van gedrag en prestatie is, of deze voorspelt. Met ‘criterion referenced’ wordt bedoeld, dat de competentie werkelijk aangeeft wie wat goed of minder goed doet, gemeten op basis van een specifiek criterium of standaard.

Spencer en Spencer geven bovendien een vijftal kenmerken van een competentie, namelijk: 

  • motieven: dingen waar een persoon consequent aan denkt of graag wil hebben. Motivatie moedigt aan, stuurt en selecteert gedrag in de richting van actie of doelen, of juist weg van actie of doelen;

  • persoonlijke kenmerken: fysieke kenmerken en consistente respons ten aanzien van informatie en situaties - bv. reactietijd en een goed gezichtsvermogen;

  • zelf-concept: de houding, de waarden of het zelfbeeld van een persoon –bv. zelfvertrouwen en het vertrouwen dat een persoon effectief kan handelen in vele situaties, maken deel uit van zijn/haar zelf-concept;

  • kennis: de informatie waarover een persoon beschikt op specifieke vakgebieden -bv. een haptonoom die wetenschap van het voelen en van het gevoelsleven heeft;

  • vaardigheden: het vermogen een fysieke of mentale prestatie te leveren - bv. een tandarts die in staat is een gaatje te repareren zonder de zenuwen te beschadigen.


Spencer & Spencer visualiseren deze vijf onderliggende kenmerken door gebruik te maken van de metafoor van de ijsberg. Boven water, en dus zichtbaar, bevinden zich de vaardigheden en kennis. Onder water, en dus niet zichtbaar, bevinden zich zelfconcept en stabiele persoonseigenschappen, en helemaal onderaan bevinden zich de motieven. Datgene wat zich boven het wateroppervlakte bevindt, kennis en vaardigheden, is relatief eenvoudig te ontwikkelen. Voor motieven en stabiele persoonseigenschappen geldt het tegenovergestelde. Het zelfconcept neemt een tussenpositie in: het is veranderbaar, hoewel dat de nodige inspanningen vergt.

Spencer en Spencer -Competentiemanagement

14




Ook interessant voor jou waardevolwerk.gif.be Competentiebooster
ESF Een project van VIVO
Sitemap | Realisatie: www.magelaan.be | VIVO vzw, Sainctelettesquare 13-15, 1000 Brussel | info@competentindesocialprofit.be | +32 02 250 37 77